Plantbalans Bromelia

Project

In het onderzoek naar de ideale plantbalans van een Bromelia was Botany verantwoordelijk voor de uitvoering van de teelt. In dit artikel zijn de resultaten en conclusies te lezen afkomstig uit het rapport opgesteld door Dr. ir. S.W. Hogewoning (Plantlightning).

Optimale benutting van licht en warmte
Bromelia is een tropisch gewas dat in Nederland wordt geteeld bij een relatief lage temperatuur (21˚C in de winter) en bijbelicht met slechts ±40 μmol/m2/s SON-T. Dit onderzoek richt zich op de C3-soorten Guzmania Ostara en Vriesea Evita. Een efficiënte energiebenutting vindt plaats als aanmaak van assimilaten (source) en vraag naar assimilaten (sink) in balans zijn. Bij bromelia is niet bekend hoe die verhoudingen liggen. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen hoe de source en sink zich verhouden. Het resultaat geeft bromeliatelers de handvatten voor een teelt met een zo efficiënt mogelijke benutting van licht en warmte. Bovendien is de kennis die voorkomt uit dit onderzoek belangrijk om te kunnen rekenen aan de ideale kasconfiguratie en teeltstrategie.

Introductie en doelstelling
Bromelia is een tropisch gewas dat in Nederland wordt geteeld bij een relatief lage temperatuur (21˚C in de winter) en bijbelicht met slechts ±40 μmol/m2/s SON-T. Dit onderzoek richt zich op de C3-soorten Guzmania Ostara en Vriesea Evita. Een efficiënte energiebenutting vindt plaats als aanmaak van assimilaten (source) en vraag naar assimilaten (sink) in balans zijn. Bij bromelia is niet bekend hoe die verhoudingen liggen. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen hoe de source en sink zich verhouden. Het resultaat geeft bromeliatelers de handvatten voor een teelt met een zo efficiënt mogelijke benutting van licht en warmte. Bovendien is de kennis die voorkomt uit dit onderzoek belangrijk om te kunnen rekenen aan de ideale kasconfiguratie en teeltstrategie.

Onderzoeksopzet
De onderzoeksvraag vereist een groeiproef bij verschillende licht-temperatuur combinaties. De twee bromeliasoorten zijn gedurende 30 weken (van oppotten tot veilingrijp) geteeld in drie onderzoekskassen met dagtemperaturen van 21, 24 en 27°C. Vochtdeficit en CO2 werden gelijk gehouden. Alle drie de kassen waren verdeeld in drie zones met 40, 80 en 120 μmol/m2/s bijbelichting met breedband spectrum LED (Mechatronix). LED heeft in vergelijking met SON-T minder invloed op de gewastemperatuur en het spectrum was zo geselecteerd dat een vergelijkbare plantreactie als bij SON-T te verwachten was. Door te krijten werd in het voorjaar de winter kunstmatig verlengd.

Van alle 18 resulterende behandelingen (2 soorten * 3 licht* 3 temp.) zijn source- en sink-eigenschappen bepaald. Voor de source zijn de lichtonderschepping bepaald en fotosynthese-eigenschappen van de bladeren nauwkeurig gemeten. Voor de sink zijn de groeicurves in detail bepaald door 3-wekelijks het drooggewicht van vegetatieve en generatieve plantorganen te meten. Daarnaast zijn ook overige eigenschappen die de plantkwaliteit bepalen gemeten.

Resultaten en conclusies

De resultaten van dit onderzoek zijn verrassend. De verwachting van de onderzoekers was dat een tropisch gewas als bromelia bij de huidige teelttemperatuur van 20 tot 21°C sink-gelimiteerd zou zijn, en dat met een hogere temperatuur een betere lichtbenutting bereikt zou worden. Dit blijkt niet zo te zijn. De onderzochte Guzmania en Vriesea cultivars blijken onder de huidige winterse omstandigheden vooral source-gelimiteerd:

  • Meer belichting gaf een forse toename in plantgewicht gedurende de gehele teelt, zowel voor wat betreft blad/schijnstam als bloem. Tot 80 μmol bijbelichting was de lichtbenutting voor groei even hoog als bij 40 μmol. De groei was bij 120 μmol nog altijd beduidend hoger dan bij 80 μmol, zij het met een iets lager rendement.
  • Meer temperatuur leidde nauwelijks tot toename in plantgewicht. Alleen Guzmania nam na bloei-inductie bij 120 μmol wat langzamer toe in biomassa bij 21°C ten opzichte
    6 Samenvatting | Plant Lighting B.V.
    van 24 en 27°C.
  • Zelfs het aantal nieuwe bladeren dat gedurende teelt ontstond bleek vooral afhankelijk van de belichtingsintensiteit, en bij Vriesea in mindere mate ook van temperatuur. Dit is erg opvallend, juist omdat temperatuur vaak als verklarend parameter voor bladafsplitsingssnelheid wordt gegeven.

Een hogere temperatuur beïnvloedde wel de snelheid van de bloemontwikkeling: de hoogste temperatuur-behandeling (27°C) was respectievelijk 19 en 8 dagen sneller dan de 21 en 24°C behandelingen. Dat ging wel ten koste ging van het bloemgewicht bij de hoogste temperatuur.

De fotosynthese-eigenschappen verschilden niet heel veel tussen Guzmania en Vriesea. Guzmania benut licht iets beter. Huidmondjesopening is bij beide soort beperkt en CO2 dosering geeft daardoor fors meer assimilatie.

Onder alle proefomstandigheden was verder een goede kwaliteit bromelia te telen (houdbaarheid is niet in detail gemeten). Belangrijk is op te merken dat de laagste gewichtsklassen niet meer voorkomen bij 80 μmol/m²/s of meer belichting. Dit kan een sterker argument zijn voor meer belichting dan het gemiddelde plantgewicht op zich. Immers, te lichte planten zijn onverhandelbaar of moeten langer in de kas blijven. Ook bloembreedte, bloemlengte en aantal bloemvertakkingen (enkel bij Vriesea) nemen toe bij meer belichting. Meer bloemlengte kan overigens juist onwenselijk zijn. Met gerichtere bemesting valt hier mogelijk nog aan te sturen.

De nogal verrassende resultaten (niet-sinkgelimeerd bij 21°C) komen zeker niet ongunstig uit voor wat betreft het toekomstbeeld van een fossielvrije glastuinbouw. Dit vergeleken met een scenario waarin de warmtebehoefte veel hoger zou zijn. Verhoging van de intensiteit belichting van 40 naar 80 μmol vraag slechts beperkt meer elektriciteit indien de huidige SON-T belichting vervangen wordt door energie-efficiënte LED-armaturen.

Via deze link kunt u het volledige rapport inclusief onderzoeksresultaten downloaden.

Juli 2019
S.A.J. van den Boogaart, G. Trouwborst en S.W. Hogewoning